HOUDA LOUKILI
Een verhaal over vallen, opstaan en weer doorgaan
Als klein meisje keek ik samen met mijn broers naar Bruce Lee.
Toen wist ik: dit wil ik ook!
HOE HET ALLEMAAL BEGON
Ik ben opgegroeid in Houten, waar geen enkel meisje aan kickboksen deed. Toch ging mijn vader, een typisch Marokkaanse man, ermee akkoord dat ik ging kickboksen bij de lokale sportschool. Sporten vond hij belangrijk. Na mijn eerste training was ik compleet omver geblazen, zo leuk vond ik het. Ik voelde direct: dit wil ik doen. Niet alleen nu, maar voor de rest van mijn leven.
Mijn moeder maakte zich zorgen omdat ik als enige meisje tussen alleen maar mannen in de ring stond. Ik vond het juist super stoer, en ging steeds fanatieker kickboksen. Al snel trainde ik zes dagen per week. Zelfs in de rij bij de bakker stond ik te oefenen.
Op vakantie in Marokko gingen mijn vriendinnetjes naar het strand, terwijl ik op zoek ging naar een kickboksschool.
Toen ik met kickboksen begon, droeg ik nog geen hoofddoek. Rond mijn veertiende maakte ik de keuze om er wel eentje te gaan dragen. Van mijn familie verwachtte ik goedkeuring, maar er was vooral verwarring. Ook op school waren ze verrast. Een hijab was toch helemaal niet handig, in combinatie met mijn sport?
Ik ging nog harder werken, om te laten zien dat een hoofddoek geen belemmering hoeft te zijn. Oké, hij bleef misschien niet altijd goed zitten, maar ik was creatief. Voordat ik de ring in stapte, plakte ik ‘m vast met pruikentape. Oók bij die ene wedstrijd: het Nederlands Kampioenschap van 2005. Het spannendste moment in m’n leven. Alle trainingsuren die ik had gemaakt, kwamen eruit. Ik gaf een linkerjab, en toen een rechterhoek die de tegenstander velde. Het kampioenschap was voor mij!
De sportwereld en mijn geloof zijn zeker te combineren, dat heb ik wel bewezen.
Ik zag het helemaal voor me: een rooskleurige toekomst met een kast vol prijzen. De wereld lag aan mijn voeten. Tot die ene dag. Ik kwam in een auto-ongeluk terecht. Mijn lichaam kon niks meer. Ik kon niet trainen, ik kon geen wedstrijden meer spelen, ik kon niet eens mijn arm optillen. Mijn droom lag in duigen. Ik ging een pittig gevecht tegemoet, dit keer met mezelf. Ik moest afscheid nemen van mijn wedstrijdcarrière en stortte me volledig op mijn andere passie: werken in de sport. Zodat ik anderen kon inspireren en motiveren.

Ik wil mensen het gevoel geven dat ze ertoe doen.
En laten zien dat ze meer kunnen dan ze denken.

Met mijn diploma Sportkunde op zak ben ik mijn hart gaan volgen, en zo ben ik gaan werken voor verschillende sportorganisaties. Dankzij mijn kennis en ervaring in de topsport en sociaalpedagogische achtergrond weet ik jongeren letterlijk in beweging te krijgen. Ik weet als geen ander wat voor positieve impact dit op je leven kan hebben. Niet alleen in de ring, juist ook daarbuiten.